Flitsen volgens de strobist methode

Flitsen volgens de strobist methode

Strobist is een veelgebruikte verzamelnaam voor het creatief werken met opzet/reportageflitsers. Je gebruikt hierbij je opzetflitsers los van je camera en meestal in combinatie met het bestaande licht. De naam is afkomstig van blogger en fotograaf David Hobby die op zijn populaire website strobist.com uitgebreide informatie geeft over deze manier van fotograferen. 

De manier van werken is echter al veel ouder en wordt al tientallen jaren gebruikt door fotografen over de hele wereld.

Het basisidee is dat je foto’s aanzienlijk verbeteren wanneer je ervoor zorgt dat je flitser niet rechtstreeks op je onderwerp flitst. Door je flitser van je camera te halen voorkom je het harde en platte licht dat ontstaat wanneer je rechtstreeks vanaf je camera flitst. In veel gevallen kan een meter naar links of naar rechts al voldoende zijn om de belichting een stuk te verbeteren. De echter Strobist fotografen gaan echter nog een paar stappen verder.


Apparatuur

Voordat je aan de slag kunt met de Strobist manier van fotograferen moet je de benodigde apparatuur ervoor hebben. Als je denkt dat je bij deze techniek goedkoper uit bent vergeleken met de aanschaf van een studioflitsset kun je bedrogen uitkomen. Net als bij studioflitsers kun je bij de Strobist methode ook gaan voor goedkopere en duurder alternatieven. Al met al ben je voor een basisset ongeveer even veel geld kwijt. 

Het belangrijkste is natuurlijk een flitser. Het belangrijkste hierbij is dat de flitser handmatig in te stellen is. Bij de meeste flitsers is dit geen probleem, maar sommigen modellen werken alleen met automatische belichting (TTL) en zijn niet geschikt. Goedkope opties zijn de LumoPro LP160 (special ontwikkeld voor deze doelgroep) en de Vivitar 285HV. Beide zijn uiterst simpel, maar wel volledig handmatig in te stellen. Voor circa 125 euro haal je ze in huis.

Cactus trigger

Doorgaans de duurste opties zijn de merkgebonden flitsers, bijvoorbeeld de Nikon SB-910 of de Canon 600EX. Respectievelijk circa 400 en 550 euro. Deze flitsers zijn krachtiger en bieden meer instelmogelijkheden. 

Zo kunnen deze flitsers ook in groepen ingesteld worden en vaak zonder losse flitsontsteker draadloos ontstoken worden. Nikon’s flitssysteem heeft op dit gebied de voorsprong en biedt met haar Creative Lighting System (CLS) geavanceerde mogelijkheden. Canon is met het nieuwe RX systeem langzaam wat terrein aan het veroveren. Overigens kiezen veel Strobist fotografen juist bewust voor volledig handmatige instellingen.


Boodschappenlijst

– Opzetflitsers
– Statieven
– Parapluhouder
– Flitsschoentje
– Ontstekers en ontvangers
– Kleurfilters
– Paraplu (doorzicht en/of reflecterend)
– Batterijen
– Tas

In sommige gevallen is het een prima optie om je flitser ergens op de grond te leggen, maar vaak zul je toch gebruik willen maken van een statief. Statieven zijn er in veel soorten en maten, maar omdat Strobist fotografie vaak op locatie gebruikt wordt is een licht en compact statiefje praktisch. De Manfrotto Nano (60 euro) of de LumoPro LP606 (35 euro) zijn dan mooie opties. Deze statieven klappen uiterst klein in en zijn daardoor gemakkelijk mee te nemen.

Helaas kun je een flitser niet rechtstreeks op een statief monteren. Je hebt nog wat extraatjes nodig om van statief naar flitsschoen te gaan. Het is dan slim om allereerst een parapluhouder te monteren, zelfs als je niet van plan bent een paraplu te gebruiken. 

De parapluhouder geeft je de mogelijkheid de flitser naar boven of naar beneden te kantelen. Daarnaast ga je van een grote statief aansluiting naar de standaard ¼” aansluiting die je ook onder je camera vind. Die heb je nodig, want daarop kun je dan weer een flitsschoentje plaatsen. Op het flitsschoentje komt je flitser. 

Aangezien je nu toch een parapluaansluiting hebt, kun je ook direct een paraplu aanschaffen. Deze zijn er in twee soorten; doorschijnend en reflecterend. Beide zijn uitstekend te gebruiken. Wil je het licht goed verspreiden door de ruimte dan gebruik je een reflecterende paraplu. Je flitst in de paraplu waarna het licht teruggekaatst wordt richting het onderwerp. 

Wil je liever een zacht licht op je onderwerp, dan is de doorschijnparaplu de betere keuze. Hier flits je doorheen. Om het licht vervolgens zo zacht mogelijk te maken zet je de paraplu zo dicht mogelijk bij je model (zonder dat deze op de foto komt).

Robin strobist

Nu je de volledige vrijheid hebt om je flitser los van je camera te gebruiken moet je nog een manier hebben om de flitser te ontsteken. Je kunt hiervoor werken met je kabel, maar dan is je maximale reikwijdte nog steeds beperkt en daarnaast kun je met een kabel snel een statief met flitser omver trekken. Daarom is het prettiger om te werken met draadloze flitstontstekers. 

Er zijn verschillende flitsontstekers te krijgen, van goedkoop tot duur. De Cactus V5 is een voorbeeld van een betaalbare radiografische flitsontsteker. Voor circa 30 euro per ontsteker of ontvanger ben je relatief goedkoop uit en krijg je toch een prima systeem. 

De duurder optie waar veel professionals voor gaan zijn de PocketWizards. Deze ontstekers kosten circa 200 euro per ontsteker of ontvanger. Aangezien je voor elke flitser die je gebruikt een ontvanger nodig hebt en er op je camera een ontsteker moet zitten ben je met deze optie veel geld kwijt. 

De PocketWizards zijn echter wel krachtiger en betrouwbaarder dan de flitsontstekers van Cactus. Ook kun je synchroniseren op hogere sluitersnelheden. De Cactus zal het bij ongeveer 1/200 seconde niet meer bij kunnen houden.

Bij Strobist fotografie combineer je meestal het bestaande licht met flitslicht. Flitsers hebben echter een vaste kleurtemperatuur terwijl het bestaande licht erg kan wisselen van kleurtemperatuur. Hierdoor kun je kleurzweemen krijgen die achteraf lastig te corrigeren zijn. 

De oplossing is het gebruik van kleurfilters op je flitsers. Je stemt zo het licht van de flitser af op de kleurtemperatuur van het bestaande licht. Overigens spelen Strobist fotografen juist graag met de wisselende kleurtemperatuur. Hier kun je bijzondere effecten mee bereiken.


Extra accessoires

Zoals altijd in de fotografie kun je zoveel geld uitgeven als je maar wilt. Bijvoorbeeld aan prachtige reflectoren van Sunbounce, compacte softboxen van Lastolite en handige grids van Honl. Allemaal mooie spullen die zeker wat extra’s kunnen doen in je foto. 

Veel van deze accessoires zijn echter ook zelf te fabriceren met een beetje knutselwerk. Onder Strobist fotografen wordt er opvallend veel geknutseld. Met behulp van een stukje karton en een pakje rietjes maak je zelf een grid voor op je flitsers en als reflectiescherm kun je ook een stuk piepschuim of een toevallig aanwezige witte muur gebruiken. 

Het is in elk geval slim om in eerste instantie vooral veel te oefenen met deze vorm van fotografie. Goedkope zelfgemaakte accessoires zijn in een later stadium altijd nog te vervangen door professionelere apparatuur. Vooral als je betaalde opdrachten uitvoert kom je dan vaak professioneler over, of je foto’s er ook daadwerkelijk beter van worden is nog maar de vraag.


Basistechniek

Het combineren van flitslicht en bestaand licht vergt even wat oefening, maar is feitelijk niet zo lastig als het lijkt. Je wilt een balans vinden tussen het licht van je flitser en het beschikbare licht. Voor het vinden van de juiste balans kun je een lichtmeter gebruiken, maar eigenlijk heb je die niet per se nodig om een goed belichte foto te maken. 

Daarnaast werkt het uiteindelijk ook sneller als je leert een lichtsituatie in te schatten in plaats van te meten. Mocht je toch al een lichtmeter hebben liggen dan kun je natuurlijk wel gewoon proberen wat je zelf de fijnste methode vind.


Flits als hoofdlicht

Er zijn natuurlijk veel verschillende manieren om een lichtopstelling te maken, vandaar dat we een aantal situaties doorlopen met verschillende uitgangspunten. Bijvoorbeeld een situatie waarbij je een portretfoto wilt maken terwijl je ergens in een gebouw bent. 

Begin door het beschikbare licht te meten op de locatie waar je de foto wilt nemen. Dit kun je eenvoudigweg doen door je camera in de automatische (P) stand te zetten, de camera te richten op je onderwerp en achtergrond en de sluiter half in te drukken. Je ziet dan een diafragmakeuze en een sluitertijd in combinatie met de vooringestelde lichtgevoeligheid. 

Onthoud deze instellingen en schakel over naar de handmatige modus (M) op je camera. Stel hier dezelfde sluitertijd en hetzelfde diafragma in als de net gemeten waarden. Dit is het uitgangspunt voor je foto.

Als je met deze instellingen een foto maakt zul je best een aardige foto krijgen, maar het licht is verder niet al te spannend. Je kunt de flitser in deze situatie bijvoorbeeld als hoofdlicht gebruiken om de geportretteerde uit te lichten. Het beschikbare licht is in dit geval het invullicht en mag dus iets donkerder zijn dan het hoofdlicht. 

Strobist alex door erik

Verhoog de sluitertijd ,verlaag het diafragma (hoger diafragmagetal) of verlaag de lichtgevoeligheid. Drie manieren (eventueel gecombineerd te gebruiken) om het beschikbare licht minder helder in je foto aanwezig te laten zijn. Zorg zo voor één a twee stops onderbelichting (bijvoorbeeld van 1/250 naar 1/60 seconde, 2 stops). Je kunt een testfoto (zonder flits) maken om te kijken of de achtergrond zo naar wens donkerder is geworden.

Voeg nu de flitser toe om de persoon uit te lichten. Je zou bijvoorbeeld een flitsers op een statief met een doorzichtparaplu (zo dicht mogelijk bij het onderwerp) kunnen gebruiken om een zacht licht op je onderwerp te krijgen. Begin met een flitsinstelling van 1/16 van het maximale vermogen en maak een testfoto om te kijken of het flitslicht goed van sterkte is. 

Je kunt de flits nu op basis van je testfoto’s instellen door meer of minder flitslicht te gebruiken. Wil je zeker weten dat je belichting goed is dan kun je met het histogram op je camera controleren of er geen onderdelen dichtlopen of uitbijten.


Flitser als invullicht

Ben je op een zonnige dag buiten dan krijg je al snel last van harde schaduwen door het grote contrastverschil tussen het licht en de schaduwen. Je kunt dan je flitser gebruiken om in te flitsen. De zon is dan in feite je hoofdlicht.


Flitser als haarlicht of rimlicht

Door een flitser van achteren op je onderwerp te richten kun je een zogenoemd haarlicht of rimlicht maken. Hierdoor steekt je onderwerp goed af tegen de achtergrond en het geeft vaak een zonnig effect aan je foto.

Haarlicht harald pijnenburg

Belicht de achtergrond

Je hoeft niet altijd je onderwerp met een flitser te belichten. Je kunt er ook voor kiezen juist de achtergrond met flitslicht aan te vullen terwijl je het beschikbare licht gebruikt om je onderwerp uit te lichten. Deze methode werkt vooral goed als de achtergrond wat donkerder is dan de voorgrond. 

Een praktisch voorbeeld is het plaatsen van je onderwerp in een deuropening. Je maakt de foto van buiten, waar het licht is, naar binnen. Het plaatsen van je onderwerp in een deuropening geeft je ook direct een mooi zacht licht (zorg dat het onderwerp meer binnen als buiten staat). 

Vervolgens zet je een flitser binnen neer en richt je deze bijvoorbeeld op een kale muur. Als je een grid of snoot (te maken van een stuk karton en een elastiek) op je flitser gebruikt kun je bijvoorbeeld een mooie spot creëren waar je het onderwerp mooi voor kunt positioneren.

Erika squeeze the lime

Andere creatieve manieren om een achtergrond interessanter te maken is het plaatsen van een flitser in een kast of achter een half openstaande deur. Je maakt zo lichtpunten in een ruimte die er normaal niet zijn en je foto een stuk interessanter kunnen maken om naar te kijken. 


Kleurcorrectie en effecten

Een andere veelgebruikte methode om je foto’s iets bijzonders te geven is door te spelen met de kleur van het flitslicht. Je kunt je flitsers voorzien van zogenoemde kleurgels. Een gekleurd stukje plastic waar je doorheen kunt flitsen om zo de kleur van je flitslicht aan te passen.

Het idee van deze kleurgels is in eerste instantie het corrigeren van de kleurtemperatuur van je flitser zodat deze beter overeen komt met het omgevingslicht. Maak je bijvoorbeeld een foto tijdens een zonsondergang waarbij je het flitslicht wilt combineren met het licht van de zonsondergang, dan zal je flitslicht veel te wit zijn. 

Door het licht van je flitser met kleurgels oranje te maken kun je het flitslicht beter laten passen bij het omgevingslicht. Er zijn kleurgels te krijgen in verschillende kleuren en sterkten zodat je alle kanten op kunt met de kleur van het licht.

De kleurgels kunnen je ook helpen om bewust gekleurd licht toe te voegen. Een eenvoudige methode is bijvoorbeeld een CTO kleurgel (oranje) te gebruiken om op een grauwe dag een kunstmatig zonnetje te creëren. 

Wil je nog verder gaan dan kun je bijvoorbeeld bewust met verschillende kleuren werken. Bijvoorbeeld een oranje kleurgel op je hoofdlicht en geen (of zelfs een blauwe) kleurgel op een twee licht dat je voor de achtergrond gebruikt. Stel voor het beste effect de witbalans van je camera handmatig in op het oranje licht van je hoofdlicht.

Onderstaande foto is een voorbeeld van hoe het resultaat eruit kan zien. Door te corrigeren voor het oranje licht wordt de witte achtergrond flits blauw van kleur. Een bijzonder effect in je foto zonder de noodzaak om Photoshop te openen.

Spelen met kleurgels

Zelf aan de slag

Hierboven zag je een paar praktische voorbeelden, maar daar houdt het natuurlijk niet op. Wees creatief en ga zelf aan de slag met strobist-style fotografie. Zonder een al te groot budget kun je al de mooiste foto’s maken op elke locatie.


Videocursus strobist fotografie

Nog meer ontdekken over het los van de camera werken met flitsers op locatie? Bij Photofacts Academy vind je een uitgebreide videocursus waarin alles in detail wordt uitgelegd.